Republiek Maluku Selatan
HET DEKOLONISATIE PROCES NA DE TWEEDE WERELD
OORLOG IN BEELD
Na de capitulatie van Japan in 1945 werd de vrijheidsdrang en het verlangen naar een eigen autonoom bestaan door de vele volkeren in deze regio geambieerd. Het Zuid Molukse nationalisme droeg van meet af aan een eigen karakter. Zowel christenen als islamieten voelden zich in Maluku een in hun verlangen naar een eigen autonoom bestaan overeenkomstig hun eigen volksaard.
De Indonesische centrale regering in Jakarta zette in april 1950 troepen in tegen de eigen deelstaat Oost-Indonesië. Tot die deelstaat behoorden ook de Molukken. Molukse leiders speelden dan ook een rol in het bestuur van Oost-Indonesië.
Onder leiding van de Molukse leiders ir. J.A. Manusama en mr.dr. Chr. Soumokil werd op Ambon overlegd hoe men nu verder moest. Op Ambon aanwezige Molukse KNIL-militairen hadden daarbij ook invloed.
Aanvankelijk speelden de Molukse leiders met het idee om Oost-Indonesië alsnog onafhankelijk te verklaren. Toen echter duidelijk werd dat hun deelstaat verloren was en binnenkort zou verdwijnen, besloten ze de Molukken dan maar alleen onafhankelijk te verklaren.

RMS-premier A. Wairisal)
Het uitroepen van de onafhankelijkheid van de Zuid-Molukken werd door de politici op Ambon vooral gezien als een protest tegen de opheffing van de federale structuur van Indonesië. Die opheffing werd beschouwd als een schending van de afspraken die Nederland en Indonesië hadden gemaakt bij de Rondetafelconferentie van 1949.
Manuhutu en Wairisal aarzelden. Maar de op Ambon aanwezige Molukse leiders en militairen oefenden zware druk op hen uit. En zo besloten zij uiteindelijk toch de onafhankelijkheid uit te roepen. Op 25 april 1950 werd de proclamatie van de Republik Maluku Selatan (RMS) op Ambon plechtig bekendgemaakt.
Manuhutu werd president van de nieuwe republiek, Wairisal premier, Soumokil minister van Buitenlandse Zaken en Manusama minister van Onderwijs.
20 april 1946
15 juli 1946
Uitspraak Conferentie van Malino.
Indonesië moet een nationaal democratisch tehuis worden voor vele volkeren, waaronder die in Oost- Indonesië.
20 augustus 1946
Linggadjati akkoorden
Akkoord van Linggadjati tussen Nederland en de Republik Indonesië. De bevolkingsgroepen van de vele delen van de toekomstige Verenigde Staten van Indonesië mogen zelf uitmaken of zij tot deze federatie willen behoren.
23 december 1946
Conferentie van Denpasar voor vorming van de staat Oost-Indonesië (NIT). De gebieden mogen zelf uitmaken of ze al dan niet tot deze staat willen behoren.
24 december 1946
De deelstaat Oost-Indonesië, Negara Indonesia Timur (NIT) wordt opgericht.
11 maart 1947
Maluku maakt aanstalten zich voorlopig en voorwaardelijk aan te sluiten bij de Negara Indonesia Timur (NIT), zich uitdrukkelijk het recht voorbehoudend om weer uit te treden wanneer de regering van deze deelstaat onvoldoende rekening zou (kunnen) houden met de belangen van het Molukse volk.
17 januari 1948
Renville overeenkomst
De Renville overeenkomst van 17 januari 1948 bevestigt voor een groot deel de afspraken van de Linggadjati Overeenkomst en schetst verder de grenzen van de door Nederland en Indonesië gecontroleerde gebieden. Beide partijen hebben afspraken gemaakt over procedures verantwoordelijkheden en plichten inzake het zelfbeschikkingsrecht.
23 augustus 1949
Begin van de Ronde Tafel Conferentie te Den Haag in Nederland (RTC), waar de minderheden in Indonesië een lijst indienen van onderwerpen die hen raken. Vertegenwoordigers van de volken van Minahasa, de Molukken en Timor geven hier te kennen buiten de toekomstige RIS te blijven.
29 oktober 1949
Slotzitting van de RTC. De ontwerpresoluties omvat ontwerp overeenkomsten betreffende het charter voor de overdracht en soevereiniteit, Unie-bestuur en Overgangsovereenkomst. De UNCI of een orgaan van de VN zal op naleving toezien van de RTC overeenkomst.
28 november 1949
27 december 1949
Nederland draagt de soevereiniteit over aan de Verenigde Staten van Indonesië (RIS, Republiek Indonesia Serikat) bestaande uit 16 deelstaten waaronder Java (Republik Indonesia) en de NIT waarvan de Daerah Maluku ook deel uitmaakt. Tegelijkertijd werd door vertegenwoordigers van Nederland en Indonesië in de VN de RTC akkoorden ter registratie aangeboden.
15 februari 1950
President Sukarno van de Republik Indonesia, kondigt de vorming van een eenheidsstaat aan en begint in hoog tempo met de gewelddadige liquidatie van de andere 15 deelstaten.
Maart 1950
Dr. Soumokil, minister van justitie van de NIT, stelde aan president Sukawatti (NIT, Negara Indonesia Timor) voor om alle banden met de RIS te verbreken en de onafhankelijkheid van Oost Indonesië uit te roepen. President Sukawatti van de NIT durfde deze stap niet aan, en zwichtte voor de druk uit Jakarta.
5 april 1950
In de ochtend van 5 april werden TNI soldaten ontscheept in de haven van Makassar op Celebes (nu Sulawesi). Hierdoor kwam een deel van de APRIS (federaal leger van de RIS) onder leiding van de 28 jarige kapitein Andi Abdul Aziz in verzet.
25 april 1950
Het antwoord van de Daerah Maluku kwam direct daarna. Zij rukt zich na een bliksemcongres in de nacht van 24 april, op 25 april 1950 los van de Negarah Indonesia Timur (NIT) en proclameerde de Republiek Maluku Selatan (RMS)
3 mei 1950
De TNI (Indonesische Leger) valt de jonge Republik Maluku Selatan binnen en bezet Noord- Maluku. De 1e aanvalsgolf van 6000 man TNI werd opgevangen door 700 Molukse jongeren, enkelen, jongens en meisjes vanaf 13 jaar.
9 mei 1950
Officiële ontplooiing van de nationale vlag van de Republik Maluku Selatan. De vlag is door een staatscommissie van (radjas) dorpshoofden ontworpen. Om precies 10.00 u ging de vlag voor het eerst de hoogte in. Vorming van het RMS-leger, de Angkatan Perang Republik Maluku Selatan (APRMS) is die dag ook meteen een feit.
De eerste president van de RMS, J.H. Manuhutu, in traditioneel Moluks tenue (adatkostuum).
De RMS staat alleen: mei 1950 | ||
De eerste dagen na de proclamatie verkeerden veel - vooral christelijke - Molukkers op Ambon in een juichstemming: ze hadden hun eigen staat. Ze geloofden op grond van de RTC-akkoorden de steun te krijgen van Nederland en de Verenigde Naties.![]()
Drukte op de esplanade in Ambon-Stad als op 2 mei 1950 voor de eerste maal de RMS-vlag gehesen wordt.
Maar dat gebeurde niet. Indonesië noemde de RMS-proclamatie een afscheidingspoging en verzette zich.Eerst werd zonder succes een 'broedermissie' gestuurd van Molukkers die aanhangers waren van de Republik Indonesia (RI). De missie stond onder leiding van de Indonesische minister van Volksgezondheid, dokter J. Leimena. Indonesië verweet Nederland dat het de hand had gehad in de RMS. Molukse KNIL-militairen zouden de proclamatie hebben afgedwongen. Nederland wilde omwille van verbetering van de relatie met Indonesië niets liever dan die indruk wegnemen. Daarom werd de Nederlandse troepencommandant in Oost-Indonesië, kolonel L. Schotborgh, naar Ambon gestuurd om de militairen daar tot de orde te roepen. Maar ook dat haalde niets uit. Integendeel: op 9 mei 1950 overhandigde sergeant-majoor D.J. Samson, de commandant van het nieuwe RMS-leger, aan kolonel Schotborgh een Nederlandse vlag, een pistool en onderscheidingstekenen van het KNIL. De overhandiging gebeurde voor het front van de aangetreden Molukse troepen. Op symbolische wijze namen zo de Molukse KNIL-militairen op Ambon, na generaties van dienstneming, afscheid van het Nederlandse leger. Niet lang daarna verliet een groot deel van de Nederlanders Ambon. Een op handen zijnde Indonesische aanval werd gevreesd. Deze Nederlanders werden geëvacueerd met de Kota Inten Dat was dezelfde boot die het volgende jaar tot twee keer toe vanuit Java een groep Molukse ex-KNIL-militairen met hun gezinnen zou overbrengen naar Nederland. ![]()
Vertrek van de Kota Inten uit Ambon, 1950. Aan boord zijn Nederlanders die geëvacueerd worden uit vrees voor een Indonesische aanval op de RMS. De kade staat vol Molukse uitzwaaiers. Boven het havengebouw wappert de RMS-vlag.
De Indonesische aanval kwam. Maar eerst probeerde Jakarta nog met een blokkade van de Molukse eilanden de RMS op de knieën te krijgen. Ook dat drukmiddel had echter niet het beoogde effect.LiteratuurR. Chauvel, Nationalists, Soldiers and Separatists: the Ambonese Islands from Colonialism to Revolt, 1880-1950, Leiden 1990 (diss.).Decker, G. Republik Maluku Selatan. Die Republik der Süd-Molukken, Göttingen 1957. B. van Kaam, Ambon door de eeuwen, Baarn 1977. I.A. Lebelauw, Wat gebeurde er op Ambon tot 25 april 1951?, Den Haag z.j. J. Leimena, The Ambon Question. Facts and Appeal, Jakarta 1950. R.Z. Leirissa, Maluku dalam perjuangan nasional Indonesia, Jakarta 1975. J.A. Manusama, Eigenlijk moest ik niet veel hebben van de politiek. Herinneringen aan mijn leven in de Oost. 1919-1953, Utrecht/Den Haag 1999. E.I. van der Meulen, Dossier Ambon 1950. De houding van Nederland ten opzichte van Ambon en de RMS, Den Haag 1981. E. Utrecht, Ambon. Kolonisatie, dekolonisatie en neo-kolonisatie, Amsterdam 1972. F. Vandoorne, Het onafhankelijkheidsstreven van de Zuidmolukkers, Gent 1973. | ||
4 september 1950
Het parlement van de RMS neemt de voorlopige grondwet aan. Artikel 1 van die grondwet luidt: de Republiek Maluku Selatan is een rechtstaat, onafhankelijk en soeverein gegrondvest op de beginselen van de democratie.
4 december 1950
Terwijl de aanvalskracht van de TNI op de Molukse eilanden in kracht toenam, werd in de nacht van 4 op 5 december de RMS regering, administratie, sukarellas en de APRMS via de nog niet bezette eilanden Haruku en Saparua naar het eiland Ceram.
geëvacueerd.
Vrij Maluku
De APRMS onder leiding van dr. Chris Soumokil verdedigde 13 jaar lang de laatste v
vierkante meters grondgebied van de jonge Republiek Maluku.Selatan.
Er waren verdeeld over Ceram 9 Guerrilla kampen van waaruit Chris Soumokil stand hield.
Jakarta
Op 2 december 1963 liep hij in Noord Ceram in een hinderlaag. Negen dagen later werd Soumokil naar Jakarta op Java overgebracht
Op 2 december 1963 liep hij in Noord Ceram in een hinderlaag. Negen dagen later werd Soumokil naar Jakarta op Java overgebracht
.
Dr.Soumokil had geen schijn van kans en vocht ver van Maluku voor een militair rechtbank een uitzichtloze strijd tegen een rechtssysteem dat haar rechten ontleent aan menselijke zwakte.
Ter dood veroordeeld
Hij werd ter dood veroordeeld maar kon gratie krijgen als hij de RMS afzwoer en een hoge functie bij de Indonesische inlichtingendienst zou accepteren.
Dr. Chris Soumokil weigerde. Ook het aanbod van de Ierse regering om hem en zijn gezin politiek asiel te verlenen wees hij af.
Volledig bij kennis, zich bewust van de konsekwenties wat hij achter zal laten en wat hem te wachten staat kiest hij voor de RMS.
Maandagavond 11 april om 20.00 uur enkele uren voor hij zou worden geëxecuteerd, bracht hij zijn laatste avondmaal biddend door in aanwezigheid van zijn vrouw Josina Taniwel en dominee Souisa. Zijn 12 jarige zoon Thommy was achtergebleven in Jakarta. Hij zou zijn vader nooit meer levend terug zien.
Tegen dominee Souisa:
“Zeg tegen mijn landgenoten dat ik mijn dood met opgeheven hoofd onder ogen zie." In het wit, zijn doodskleed, werd dr.Soumokil de volgende dag in de vroege ochtend van 12 april naar het eiland Obi gevaren. Een eiland voor de kust van Jakarta.
Zijn laatste verweer om niet geblinddoekt en vastgebonden te worden, werd genegeerd. De Molukse Molukse intellectueel liep vanaf de eerste dag van zijn gevangenschap tot aan zijn dood blootsvoets..
Dr. Soumokil was geboren op 13 oktober in Kesoegian op Java als Christiaan Robbert Steven.
Toen zijn ouders naar Nederland verhuisden, ging hij aan de HBS in Oegstgeest studeren.
Daarna volgde hij een rechtenstudie in Leiden en promoveerde hij op “De deskundige in de Nederlandse Indische Jurisprudentie”. In 1934 haalde hij zijn bul in de rechtsgeleerdheid.
Op 18 februari 1948 zette hij voor het eerst voet op Ambon in Tanah Air. Hij kende Ambon alleen van verhalen van zijn ouders. Hij bezocht Saparua en Booi op 23 februari en vertrok 1 maart weer richting Ambon.
Op 14 april 1950 vertrok
dr. Soumokil uit Makassar om voorgoed terug te keren naar Maluku om de belangen van het Molukse volk te verdedigen.
Hij voerde het APRMS leger tot 2 december 1963 aan in een oorlog die hij en Maluku nooit gewild heeft.
De verdediging van Maluku door de APRMS eindigde in juli 1967 op Ceram bij Rombatu toen majoor F. Parera en sergeant
A. Akerina met de overgebleven APRMS soldaten gevangen werden genomen.
Universele rechten van de mens
Op 10 december 1948 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde naties een historische daad verricht door het aanvaarden van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De proclamatie van de universele rechten van de mens is inmiddels uitgegroeid tot een belangrijk instrument in de strijd tegen mensenrechtenschendingen en is nu de basis voor internationale bemoeienis met de rechten van de mens.
Rechtmatig
Op 25 april 1950 werd de lotsverbondenheid van een natie op rechtmatige wijze en volgens de toen en thans geldende internationale verdragen de Facto en de Jure geproclameerd.
TH!NK @LPHA
1951-'62: RMS-missies naar het buitenland | ||
Na de aankomst in 1951 van de Molukse militairen en hun gezinnen in Nederland zijn vanuit het RMS-bolwerk Seram diverse delegaties uitgezonden om aandacht te vragen voor de positie van de RMS. Deze delegaties reisden via Nederlands Nieuw-Guinea.
De eerste RMS-delegatie stond onder leiding van ir. J.A. Manusama, toen minister van Defensie van de RMS. Al tijdens de tocht door Seram kwam het tot een splitsing in de delegatie.Manusama en zijn echtgenote bleven voorlopig op Seram achter. Militairen uit de delegatie, onder leiding van kolonel L. Tahapary en luitenant-kolonel I.J. Tamaela, vergezeld van RMS-premier Wairisal, gingen al eind oktober 1951 naar Nederlands Nieuw-Guinea. De Manusama's volgden pas half juni 1952. Het jaar daarop werden Manusama, kolonel Tahapary en enkele anderen naar Nederland overgebracht. Hier aangekomen kreeg Manusama al snel de leiding over de RMS in Nederland. Na executie van RMS-president Soumokil in Indonesië werd hij in 1966 'president in ballingschap'. In latere jaren zijn nog drie RMS-missies vanuit Seram naar Nieuw-Guinea gegaan. Omdat die missies alleen maar uit militairen bestonden, werden ze militaire missies genoemd. De eerste RMS-missie, die uit militairen én politici had bestaan, werd als politieke missie aangeduid. De militaire missies waren achtereenvolgens:
Gebruikte Literatuur (missies)Ir. J.A. Manusama, Eigenlijk moest ik niet veel hebben van de politiek. Herinneringen aan mijn leven in de Oost. 1919-1953, Utrecht/Den Haag 1999.B. Penonton, De Zuidmolukse republiek, Amsterdam 1977 (vierde druk).F. Steijlen, RMS: van ideaal tot symbool. Moluks nationalisme in Nederland 1951-1994, Amsterdam 1996. |
Universele rechten van de mens
Op 10 december 1948 heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde naties een historische daad verricht door het aanvaarden van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De proclamatie van de universele rechten van de mens is inmiddels uitgegroeid tot een belangrijk instrument in de strijd tegen mensenrechtenschendingen en is nu de basis voor internationale bemoeienis met de rechten van de mens.
VN Wereldconferentie
Mensenrechten zijn in de afgelopen jaren een legitieme zorg van de internationale gemeenschap geworden. Dit is nogmaals bevestigd tijdens de VN Wereldconferentie Mensenrechten in Wenen in 1993. In dit verband kunnen ook twee grote internationale verdragen worden genoemd voor burgerrechten en politieke rechten en voor economische, sociale en culturele rechten.
Recht op zelfbeschikking
In artikel 1 van beide verdragen wordt uitdrukkelijk het recht op zelfbeschikking van alle volken genoemd Dat eist nieuwe formuleringen in de tijd, want als er iets is wat ons de broodnodige lessen kan leren over het leven, dan is het wel de geschiedenis. Je moet kennis hebben aan het verleden om aan de toekomst te kunnen denken.
Toekomst
Je kunt niet aan je toekomst werken als je niet minstens weet wat er gisteren of een halve eeuw geleden is gebeurd, en vooral waarom en onder welke omstandigheden. Het oogmerk van
Think @lpha is dan ook studie en het aanzetten tot studie.
Kennis
Het veroorzaken van discussies om de historische waarheid te filteren uit de sluiers van oncontroleerbare verhalen zoals die al drie generaties lang heeft stand gehouden. Zulke studies leveren interessante kennis van feiten zoals die rond de proclamatie van de Republiek Maluku Selatan. De moord op Dr. Soumokil in de jaren zestig, de indoctrinatie van het Molukse volk, de deportatie van honderdduizenden Molukkers uit Maluku.
Geschiedsvervalsing
De ontmanteling van goed functionerende bedrijven in en rond Ambon tussen 1970 en 1990 en deze verplaatsen naar locaties buiten Maluku. Het achterstellen van Molukkers in hun loopbaanplanning. Het met voeten treden van de universele rechten van de mens. Geschiedvervalsing, het aanzetten tot een burgeroorlog.
Rechtmatig
meent dat, hoewel de strijd van het Molukse volk om erkenning van de R.M.S. op juridisch gronden moet worden aangevochten, zij met name in deze tijd haar kernactiviteiten moet ontplooien op het terrein van de universele rechten van de mens. Hierin liggen namelijk argumenten besloten die het mogelijk maakt de wereldopinie politiek te beïnvloeden.
Dit stuk is opgedragen aan allen die gevallen zijn in de strijd voor de bevrijding van Maluku en de politieke gevangenen in Ambon.
TH!NK @LPHA publicaties zijn gratis verkrijgbaar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten